English version

Gerard Ammerlaan (Pijnacker 1953 - Groningen 19 november 2011).
Helaas is Gerard op zaterdag jongstleden, 19 november, overleden aan de gevolgen van zijn ziekte.

Startte zijn carrière als basgitarist in verschillende experimentele popgroepen in de jaren 1960/70 en schakelt over op geïmproviseerde muziek (en de contrabas) in de jaren tachtig. Vanaf 1983 leidt hij zijn eigen ensembles en componeert improvisatiemuziek voor allerlei bezettingen, van duo tot orkest. Ook geeft hij solo concerten.
Sinds de jaren negentig componeert hij ook, veelal in opdracht, voor andere ensembles en wordt vaak gevraagd de muziek te schrijven voor speciale projecten.

Zijn werk neemt een bijzondere positie in binnen de Nederlandse muziekwereld.
Ammerlaan was, door zijn achtergrond in de improvisatiewereld, gewend te reageren op impulsen van buitenaf en hij liet zich graag overrompelen.
In zijn zoektocht naar nieuwe uitdrukkingsmogelijkheden overlapten compositie en improvisatie elkaar, pop en klassiek, westerse en niet-westerse tradities.
Zijn vrijzinnige aanpak leverde een muzikale mix, die niet onder één noemer te brengen is. Op geheel eigen wijze maakte hij vooral kleurrijke, beeldende muziek.
De componist/bassist heeft bijna 40 jaar muziek gemaakt en dit heeft een schat aan materiaal opgeleverd in allerlei schakeringen: jazz/improvisatiemuziek, opera's, orkestwerken, strijkkwartetten, filmmuziek, experimentele pop enz.

Voor zijn werk ontving hij in:
1985 - de Forma Aktua Jazzprijs
1995 - samen met librettist Jo Willems -de Wessel Gansfortprijs.

Ammerlaan zelf over zijn werk:
ìMijn persoonlijke leidraad is een voortdurende ontwikkeling te onderhouden en de drijfveer daartoe wordt bepaald door muziek zelf.
Ik wil muziek maken die toegankelijk is voor jazz, pop, klassieke en wereldmuziek liefhebbers. Die niet is opgezet uit commerciële overwegingen, maar recht uit het hart en het hoofd komt.
In mijn composities uit zich dat vooral in abstractie, voor mij betekent dat een openheid creëren voor de uitvoerende musicus en de luisteraar.
De composities bezitten een zekere mate van gelaagdheid, het één roept het ander op. Overwegend verloopt de muziek horizontaal. Het verticale gebeuren (samenklanken, akkoorden) is veelal de (toevallige) som van verschillende melodische, ritmische lijnen.
Op zijn tijd moet het swingen, maar ik vind het ook belangrijk dat je als luisteraar meegezogen wordt, je eigen beelden vormt.
Ik wil het publiek graag verrassen, verbazen, confronteren en ontroeren.
Het moet mijzelf iets doen en als ik dat over kan brengen op anderen is er een doel bereikt.î